Woke-denken bevat de kiem van nieuwe vormen van intolerantie

Het Parool 14 januari 2023

De emancipatiebeweging die inclusiviteit en diversiteit hoog in het vaandel heeft, stuurt volgens Gys-Walt van Egdom aan op een ‘denkverbot’ dat polarisering in de hand werkt. In plaats van een klopjacht te houden op zondebokken kunnen we ons beter richten op positieve initiatieven die gelijkheid in de samenleving bevorderen.

‘Aanpassen of opkrassen’: het was rond de eeuwwisseling het geluid dat rechtse politici lieten horen en waarmee ze een flinke achterban wisten te vergaren. Waar rechts gedachtegoed niet bon ton was in het Nederlandse politieke landschap van de jaren 90 en politici als Hans Janmaat steeds een eenvoudig doelwit voor satirici bleken, daar kon je rond de eeuwwisseling niet om rechtse politici heen.

Ik kan me herinneren dat ik de verharding van het maatschappelijk debat toen als pijnlijk heb ervaren. Hoewel ik pas net de stemgerechtigde leeftijd had bereikt, zag ik mezelf als een ‘linkse rakker’. Dat betekende niet dat ik geen begrip had voor de standpunten die aan de rechterzijde van het politiek spectrum werden verkondigd.

Hoezeer de gevestigde orde ook probeerde het ideaal van een harmonieuze multiculturele samenleving hoog te houden, het was voor mij zonneklaar dat het multiculturele project was mislukt. Sterker nog: ik zag hoe de zogenaamd linkse politici hier debet aan waren, onder andere door een houtje-touwtjebeleid rond arbeidsmigratie. Ik kon het rechtse geluid echter niet waarderen; de schuld werd immers afgeschoven op één groep en de rechtse leuzen voedden de onverdraagzaamheid.

Aanpassen of opkrassen

L’histoire se répète. Twintig jaar later zingt diezelfde leuze weer door mijn hoofd: ‘Aanpassen of opkrassen’. De context waarmee ik de leuze associeer is gewijzigd. Ze zingt op de momenten dat het gebruik van gevoelige woorden ter sprake komt. Ik heb het natuurlijk over alles wat met ‘woke’ te maken heeft.

Ik geef toe: de vorige zin klinkt cru en afkeurend, maar is genuanceerd. Ik doel op alles wat zich er een paar jaar geleden op liet voorstaan ‘woke’ te zijn, en alles wat nú, nu de term vooral spotachtig wordt gebruikt, willens nillens ‘woke’ wordt genoemd.

De leuze komt tegenwoordig van links. Als ik mij tegenwoordig van de Nederlandse taal bedien, dan merk ik dat ik onnodig moet nadenken over mijn formulering. Woorden die ik kortgeleden nog zonder enige schroom gebruikte, slik ik nu in. Ik voel me ongemakkelijk in mijn eigen taal.

Ik ga prat op mijn progressieve gedachtegoed: ik ben voor een rijk gekleurde samenleving waarin iedere mens dezelfde kansen en hetzelfde respect krijgt; de ongelijkheid die in de huidige samenleving verankerd zit, zou ik het liefst met wortel en tak uitgeroeid zien. Toch knaagt er in elk woord dat ik uitspreek iets aan me. Ik kan me niet onttrekken aan het idee dat ik me in mijn denken ‘links’ weet en in mijn woorden ‘rechts’ voel.

Nieuwe verzuiling

Ik vraag me af waar dit gevoel vandaan komt. Is het om wie ik ben? Ik ‘ben’ een witte cisgender man die een kansrijke jeugd heeft gehad en inmiddels ruim tien jaar in het hoger onderwijs meedraait. In mijn wezen vertegenwoordig ik, of ik dat nu wil of niet, het status quo van de exclusieve, monoculturele samenleving.

Toch denk ik niet dat het aan mijn profiel ligt. Het is eerder zo dat ik enige mentale en verbale weerstand bied aan het ‘woke-denken’, omdat het de kiem bevat van nieuwe vormen van intolerantie – nieuw, exclusief monoculturalisme. De emancipatiebeweging die inclusiviteit en diversiteit hoog in het vaandel heeft, stuurt in mijn ogen aan op een ‘Denkverbot’ dat polarisering in de hand werkt. In plaats van verbindend te werken, lijkt de beweging nieuwe verzuiling in de hand te werken.

Hoe moeten we ons hiertoe verhouden? Wat mij betreft is het antwoord jaren geleden geformuleerd door Alain Badiou. De Franse filosoof stelde dat de moderne ethiek haar pijlen heeft gericht op het uitbannen van het kwaad. Dit heeft een verlammende werking: op den duur probeer je als rechtschapen mens alleen zo te handelen dat de kans zo klein mogelijk is dat je iemand kwetst. Deze ethiek gaat, zoals Badiou stelt, niet uit van de kracht van het goede.

Kleine successen

Het is mijn overtuiging dat initiatieven om een inclusievere en diversere samenleving tot stand te brengen enkel verbindend kunnen werken en een lang leven beschoren zijn, zolang ze vertrekken vanuit het goede. Het lijkt me dan ook uitermate onwenselijk om de bezeten klopjacht op zondebokken – zij die discrimineren op basis van gender, ras, kleur, geloofsovertuiging of politieke overtuiging – voort te zetten.

Daarom moeten we elke verontwaardiging die door onze ‘verlichte’ maatschappij golft zodra er een tegengeluid opstijgt, onderdrukken. De oneliner ‘aanpassen of opkrassen’ moet verstommen. We moeten uitgaan van wat goed gaat, van de kleine maar krachtige successen die worden geboekt met elk initiatief dat is ontplooid om gelijkheid in onze samenleving te bevorderen.

Doen we dat niet, dan vrees ik dat ik over twee decennia weer in de pen zal klimmen en de woorden zal herhalen: L’histoire se répète.

Gys-Walt van Egdom is verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij doceert vertalen en vertaalwetenschap en schrijft essays over taal, cultuur, technologie en vertaling.